woensdag 28 oktober 2015

Het begin van geen einde

De eerste chemo druppelt mijn lijf in. De eerste chemo van een oneindige reeks, en dat maakt het grote verschil met al de vorige chemo's. En dat maakt ook dat het minder goed te verdragen is. Gisteren leek het mee te vallen. Weinig tintelingen in mijn vingers. Af en toe een beetje misselijkheid en hoofdpijn en enkel 's avonds een onweerstaanbare uitputting, die dan ook eindigde in een 2,5 uur durende avond-dut in de zetel. Vannacht was het anders. De misselijkheid hield aan en ik kon daardoor mijn draai niet vinden. Mijn hoofd ontplofte van de hitte, en ik kon 's morgens nauwelijks uit bed geraken. Maar nu ik gewassen en aangekleed in de living zit, lijkt er toch een druppel energie in mijn lijf te zitten. Ik zorg voor een dagplanning, ook al zou ik liefst in de zetel liggen en blijven liggen. Ik wil niet passief zijn, nu nog niet. Dat komt later wellicht nog meer dan genoeg. Nu wil ik alles nog uit mij persen, alles dat ik enigszins nog kan. 
Onze weekenden zijn ook lekker volgepland en het lukt ons om een redelijk normale omgang te hebben met mensen dichtbij ons. Straat- en winkelcontacten daarentegen kunnen me nog van mijn melk brengen en de goedbedoelde reacties maken me vaak bang. Maar thuis is eigenlijk gewoon thuis. Ik verbaas er me over hoe flexibel de menselijke geest is. Hopelijk kan die geest mijn lichaam vandaag vooruit trekken. 

maandag 19 oktober 2015

Geen terugmatch meer

De voorbije weken ging alles van kwaad naar erger. Het hoge, allesgevreesde woord is gevallen. Tijd is vanaf nu heel kostbaar. Tijd is eindig geworden. 
En net na dat onwerkelijke nieuws, mocht ik een zogenaamde 'kleine' ingreep ondergaan. Nooit had ik zoveel pijn. Nooit, in de voorgaande zoveel opnames, was ik zo verdoofd. Beide letterlijk en figuurlijk. En dan denk je dat het eindproces is ingezet. Als je daar bewegingsloos ligt, nauwelijks in staat om je bed te verlaten. Als je nadien het ziekenhuis verlaat, nog steeds 'onder invloed' van de vele medicatie en verdovingen en je nieuwe ondersteunende dagelijkse dosis pillen (angstremmers). Ik loop als een zombie door het huis, en moet het vertrouwen vinden dat dit niét het einde is. Nog niet. Dat er nog iéts is om voor te vechten. Dit is moeilijk. Dit lijkt onmogelijk. Maar wij staan ervoor. 
En dan moet je de wereld nog in. Dan zie je alle blikken bezorgd jouw richting uitgaan. Om maar te zwijgen van goede bekenden, die zelfs geen gesprek durven aan te gaan. Alsof elke ontmoeting de laatste met je kan zijn - en dan ben je pas écht bang dat dat zo zal zijn. Want dat is toch niet wat de dokters hebben gezegd? Toch? 
Zoals steeds zoek ik in deze chaos een weg. Een weg nergens heen. Een weg tussen de mensen die mij het dierbaarst zijn. Die niets van me verwachten en me tijd geven. Tijd die ik eigenlijk niet heb. 
Ik blijf veel thuis, tussen de muren die ik nu wél veilig vind. Dichtbij mijn mannen die me rust geven. Ik kook een beetje, knutsel hier en daar, en hou me recht. Ik breng Hummeltje naar school en ga hem halen. Voor het eerst sinds jaren staat mijn brein stil. Geen overload aan ideeën. Geen creatieve zolderkamer. Zelfs het typen van dit bericht duurt uren. 
Terwijl ik nu verondersteld word te genieten. Van élk moment. Van élke dag. Van élke beleving. Net nu staat alles stil. Ooit zei ik dat ik mijn eigen contradictie ben. De wereld heeft me ingehaald.