Ze glimlachte, de prof. Maar dat doet ze eigenlijk altijd, dus veel zegt het niet. Maar de scan was oké. Gewoon oké, geen grote euforie. Alles is stabiel en 'klein' gebleven, zo vertelde de prof. Toch wat opluchting dus, en meteen ook de gekende after-hoofdpijn.
Ik mag precies een beetje zelf mijn chemo samenstellen nu. Dat heb je als levenskwaliteit belangrijker wordt dan kwantiteit. Best confronterend wanneer die woorden worden uitgesproken. De eindigheid in woorden.
Ik wil nu eerst een beetje straffere chemo (hoor mij nu - ik 'wil') - zo lang het me lukt, dat geeft me wat mentale zekerheid. We zien wel hoe dat loopt. En ik krijg telkens een weekje extra om te bekomen, dus chemo om de drie weken. Zo zou de zomer toch mooi moeten worden. Aan plannen alvast geen gebrek hier. Maar nu eerst bekomen. Het leven weer opnemen, want dat heeft echt een weekje stilgestaan. Luisteren naar de vogels. Rustig zitten. Praten. Slapen. Deftig eten. Wandelen. Lachen. Het kan weer.
Fijn, meid.
BeantwoordenVerwijderenIk ben oprecht blij (sorry voor deze wat ongemakkelijke woordkeuze) voor jou met het positieve nieuws.
BeantwoordenVerwijderenVeel moed met de chemo en alvast een hele fijne zomer gewenst.
X. I.