maandag 25 juli 2016

Mensen lopen voorbij

Ik kom weer aan in de hal van het ziekenhuis. Chemozakje rond mijn schouder. Huid wat geelachtig-bleek - althans dat is altijd zo na/tijdens de kuur, en de lift-spiegel bevestigde het. Bij de dokter hoorde ik die middag dat mijn cea-waarde (dit is een tumormarker, die bij mij nooit echt heel representatief was, maar toch) redelijk gestegen is. Dat dat kan betekenen dat er weer activiteit is, ondanks de chemo. Dat de chemo in deze dosis dus niet goed werkt. De scan moet duidelijkheid geven. Als het zo zou zijn, zijn de opties terug zware chemo of zware chemo van een andere soort - als men dat risico aandurft, gezien ik van die cocktail al drie keer in shock ging. Ik noem dat geen opties. De dokter voegde  er nog aan toe dat ik 'altijd zeker drie maanden heb'. Met mijn goede lichamelijke conditie nu, haal ik dat zeker, ook in het geval alles stopt. Alsof drie maanden iéts is. Dat is één zomer. Dat is van nu tot oktober. Dat is niets. 

Ik wandel naar de balie waar ik mijn parkeerticket gratis mag laten valideren - als ik al voordelen heb, zijn ze financieel. Onderweg zie ik mensen met bloemen, ze geven elkaar drie kussen, ze lachen. Er staat een mijnheer met een maxicosi bij. Ook hij is blij. Wanneer ik in de rij sta om mijn kaartje te valideren, praten ze nog even met de mevrouw achter de balie. Ze kennen elkaar. Ze vragen of ze dadelijk mee champagne komt drinken. Ik wacht, en hoor haar bevestigen dat ze daar wel zin in heeft, hoewel de rosé een dag eerder niet zo goed was bevallen.  De gesprekspartners kijken me aan, en nemen nog even vrolijk afscheid. Dan wordt mijn ticket gevalideerd en kan ik naar huis vertrekken. Zij praten nog met de vrolijke vrouw met de bloemen en besluiten de kamer op te zoeken. Zij mogen een nieuwe toekomst in hun handen nemen (vermoed ik). Ik geef de mijne af. Ik voel het. Niet fysiek, want ik blaak week 2 en 3 van energie. Geen middagdutjes. Geen slaapsessies in de zetel. Mooie wandelingen bergop en bergaf. Het kan allemaal. Maar ik voel dat mijn kansen op zijn. Ik voel dat mijn geluk in deze wereld is opgebruikt. 

Ik start de auto, en rij met open ramen naar huis. Zet me achter mijn computer en begin te typen. Buiten hoor ik Hummeltje praten, lachen, kirren, blij zijn bij ons buur-schoonzusje. Ik begin te wenen. Ik wil  net zoals elke mama gewoon mijn man en kind gelukkig zien.  Maar niet onder dit zwaard. 

3 opmerkingen:

  1. Ziek zijn is één ding. Wat je daar allemaal nog bij voelt, dat is ook nog iets.
    Het is zo heftig.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou meid. Ik ben er stil van. De ellende die je moet verdragen. Zo'n opmerking van de arts. Natuurlijk, al je gedachtes dan en observaties.

    Kom op, nog een keer, hou moed? Vind moed, ergens? Je mag nog hopen, hoor. Je markers waren dus al eerder raar. Kop op. Hou vol. Sterkte, meid. Hopelijk nog méér tijd, veel meer, in goede conditie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. lieve schatten toch.... We weten dat er niet veel woorden zijn, behalve we denken aan jullie en jullie inspireren ons om het beste uit elke dag te halen.

    BeantwoordenVerwijderen